vrijdag 10 juni 2011

Luilak


Luilakslepen met touw en oud ijzer begin jaren dertig


Luilak vindt elk jaar plaats op de zaterdag voor Pinksteren (2011-11 juni). Luilak is eigenlijk een lawaaifeest om langslapers wakker te maken en op een milde of ruwe wijze ter verantwoording te roepen. 

In de 19e eeuw maar ook nu nog lijkt het feest ook bedoelt om langslapers met extra werk op te zadelen. Men schrikt er niet voor terug om kadavers van honden en katten aan de deurklink te hangen voor men belletje trekt. Wie geen vieze ruiten met zeepteksten wil hebben, moet ook nu nog vroeg uit de veren om de jeugd tegen te houden. 

Voor schut zetten
Langslapers worden in de negentiende eeuw zelfs openlijk voor schut gezet. In Haarlem gooit men de luilakken kliskruid of klissen op de kleding en in het haar. Voorzien van de groene uitdossing liepen de jongens met de klisseboer door de stad. Tenslotte belandt de luilak in het water. 

Folklore
In de Zaanstreek rijdt de luilak op een karretje rond, 'de korrie', voorzien van een laag brandnetels. Achter het lage karretje hangt een touw met blikken, deksels en oud ijzer. Het korrierijden is in de twintigste eeuw gefolkloriseerd. Er komen wedstrijden waar een parcours met waterbak zo snel mogelijk moet worden afgelegd. De luilak belandt niet meer in het water maar koopt zijn schuid steeds vaker af af met koek, drank of  luilakbollen. Een soort krentenbollen met stroop, bruine suiker en roomboter.

Geweld
Luilak heeft altijd veel onrust veroorzaakt. Amsterdamse jongelui, maar ook volwassenen gaan elkaar in de 16e en 17e eeuw te lijf met stokken en vaandels. Ze vechten veldslagen uit op de bruggen in de stad schrijft stadshistoricus Jan ter Gouw in 1870. Men probeert elkaar daarbij op niet zachtzinnige wijze in de gracht te werken of tot terugtrekken te dwingen. 
In de twintigste eeuw speelt kwajongensgeweld ook een grote rol bij het feest. Met name de politie moet het ontgelden. Er worden vuurtjes gestookt en het agentje pesten is populair. 

Beschaven
Het ruwe feest moet beschaafder vindt men echter al eeuwen lang. In de zestiende eeuw verschijnen keuren om Luilak aan banden te leggen. Er worden verboden uitgevaardigd tot op de dag van vandaag. In Haarlem bij voorbeeld schakelde men bureau Halt in om eieren-gooiende luilakkers tot de orde te roepen. Ook is geprobeerd met bloemenmarkten , gratis bioscoopvoorstellingen en popconcerten de overlast te verminderen. Lawaaimaken met blikken en oud ijzer aan een touw achter de fiets mag nog wel. Belletje trekken is uiteraard ook toegestaan.

Levende cultuur 
De betekenis van het feest blijft ondanks alle beschavingspogingen groot. Aanvankelijk is het een uitlaatklep voor jongelui om zich te laten gelden en later een gebruik om het arbeidsethos te benadrukken. Nu is het vooral  een feest van jongelui die zich afzetten tegen gezag en de heersende omgangsvormen. Eén nacht en ochtend is de straat van hen en kunnen ze bijna alles doen wat God verbiedt. De wereld staat even op zijn kop en daarin hebben deze 'gezagslozen' het even voor het zeggen. 

Bronnen op verzoek beschikbaar 

Geen opmerkingen: