zondag 15 september 2013

In welke Europese culturen kende men als eerste seizoenen?


In de Minoïsche en Myceense cultuur (ca. 3100-300 voor Christus) kent men al seizoenen. De jaargetijden werden voorgesteld als goddelijke personen. Er zijn aanvankelijk drie jaargetijden: zomer, winter en lente. De herfst verschijnt vanaf de vierde of vijfde eeuw voor Christus.

Jaargetijden
De eerste afbeeldingen van de jaargetijden dateren uit de vroege Griekse beschavingen van 600-480 voor Christus. De jaargetijden zijn afgebeeld en beschreven als vrouwelijke geesten. Deze `Horai' zorgen voor warm weer, regen, wind en vruchtbaarheid.

In de vijfde eeuw voor Christus krijgen ze ook attributen. De drie Horai staan afgebeeld op een vaas. Een draagt een bloem (lente), de tweede een omgeslagen mantel (winter) en de derde een tak met bladeren (zomer). In de vijfde of vierde eeuw voor Christus komt er een vierde Hore (herfst) bij. Deze draagt een druiventros.

Extra symbolen
In de derde en tweede eeuw voor het begin van onze jaartelling kregen ze ook meer attributen.

De lente kreeg een bloemenkorf, een enkele bloem, bloemenkrans in het haar, bloemenslinger en jonge dieren.

In de zomer is de Hore schaars gekleed of naakt met een korenschoof of een krans van koren in het haar.

De herfst wordt gesymboliseerd door druiventrossen, wijnranken en wijn.

De winter krijgt als attributen een haas, eend of zwijn. Dieren waarop in de winter gejaagd wordt.

Bronnen op aanvraag beschikbaar